Het is een wat vreemd onderwerp: het niet rendabel krijgen van grote zonne-energieprojecten in tijden dat de energieprijzen juist zo hoog zijn. Zeker in tijden van energiearmoede is het voor sommige partijen wat ongemakkelijk om dan over krappe winsten (of zelfs verlies) op zonneparken te praten. Maar om de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te halen blijft een verdere uitrol van zonne-energie noodzakelijk in Nederland. De oplossing zit echter niet alleen in meer geld, maar vooral in het anders organiseren en het veranderen van regels.
De aanleg van grote zonne-energieprojecten struikelt dus over de kostenstijgingen: de zonnepanelen, de omvormers en het personeel, alles is duurder geworden, soms met tientallen procenten. Ook de rente op het van de bank geleende kapitaal voor financiering is verdubbeld. Hierdoor staan zelfs zonneparken die startklaar zijn voor de bouw en SDE++ hebben toegewezen te wankelen. Met als gevolg dat de plannen de prullenbak in gaan. Solar365 verkent de mogelijkheden, dit is deel 2 van een tweeluik.
De crux zit hem in de terugverdientermijn
“Het is niet meer zo ‘eenvoudig’ als het vroeger was en er ligt een behoorlijke uitdaging. De belangrijkste vraag is momenteel: wat is het ambitieniveau wat betreft de terugverdientermijn? Alles is op dit moment gebaseerd op de SDE++-periode van vijftien plus één jaar en daar kijken de banken ook naar. Dat betekent dat de financiering binnen deze termijn moet worden terugbetaald en daar zit hem wat mij betreft de crux”, aldus Theo Groen van Groen Energy, eigenaar van een eigen zonnepark en adviesbureau voor grondeigenaren die een zonnepark willen ontwikkelen.
“De banken kijken naar de P50- en P90- productieberekeningen, de onbekende factor in het voorspellen van het jaarlijks aantal zonuren. Dit varieert per jaar, maar er kan over de gehele periode wel een gemiddelde bepaald worden (P50). De kansberekening dat meer dan 90 procent gehaald wordt, wordt berekend in de P90-berekening. De banken willen weten wat deze opbrengsten zijn, zodat zij zeker weten dat de aflossing en de rente binnen de SDE-termijn kan worden terugbetaald en er voldoende cash flow overblijft voor de exploitant.”